Het post-corona-tijdperk van de zorg: een korte blik terug en vooruit.
03-06-2020 blog geplaatst op https://www.sociaalweb.nl/blogs/het-post-corona-tijdperk-van-de-zorg-een-korte-blik-terug-en-vooruit
Doelmatigheid
Dat blijkt uit de Brede Maatschappelijke Heroverweging (BMH) – Naar een toekomstbestendig zorgstelsel’die is opgesteld vóór de coronacrisis.(1) De zorgsector bleek nog niet voldoende doelmatig. De krapte op de arbeidsmarkt en een beheersing van de kosten(groei) bepalen een serie aan voorstellen, waaruit het toekomstig kabinet kan kiezen. De meest opvallende zijn:
- Meer sturing en controle op kwaliteit en doelmatigheid. De invulling van kwaliteit ontbreekt. Dit kan van alles zijn, zoals uitkomstgerichte parameters (2), of wordt bepaald door niet-professionals. De BMH legt het accent ook op het transparanter maken van kostprijzen en controle daarop, waarvan de economische- en juridische implicaties buiten beeld blijven.
- Verschuiving van dagbesteding, huishoudelijke hulp en hulpmiddelen van Wlz naar Zvw en/of Wmo. Zelfs woonzorgdelen (nu nog WLZ) kunnen ‘overgeheveld’ worden naar de Wmo of Zvw.
- Het accent op eigen verantwoordelijkheid. Je zou zeggen dat dit een gelopen race is, maar ondanks alle contra-indicaties die de samenleving inmiddels heeft afgegeven wordt er toch op ingezet.
Een stevige actie van VWS op de administratieve belasting (‘schrapsessies’) past in dit beeld van doelmatigheid. Overigens zonder grote successen, wellicht omdat er nog te veel wantrouwen heerst. “Als we elkaar nu eens vertrouwen”, verzuchten beleidsmakers. Maar de afrekenbaarheid is nog immer fors. De financiële verantwoording van de zorg tijdens corona laat zich raden: tot achter de komma.
Beheersing en maakbaarheid
De wijze waarop de coronacrisis werd aangepakt is in lijn met hoe we doorgaans omgaan met de zorg: risico-gestuurd met een dominant medisch denkmodel. De kans dat dit veranderd is gering. Care en cure zijn maatschappelijk uit elkaar gegroeid, met de maakbaarheid van cure als dominante zorgsector. Het is bijzonder dat de overlijdens in verpleeghuizen niet meegeteld worden door het RIVM, terwijl dat in België wel het geval is. De kosten lopen ook vooral in de care ‘uit de pas’ aldus de BMH. Dat we daarbij risico-mijdend te werk gaan, is inmiddels een gemeenschappelijk verwachtingsmodel: veiligheid boven vrijheid.
Versnippering
De zorg is sinds de transitie in 2015 nog verder versnipperd geraakt tussen gemeenten en zorgorganisaties onderling. Dat leidde tot veel frustratie – vooral in de jeugdzorg – maar ook tot een waaier aan regionale samenwerkingsvormen, waarvan de financiële speelruimte uitermate onzeker is. VWS komt vervolgens met een nieuwe – extra – regionale organisatievorm voor de jeugdzorg.
Opmerkelijk dat de BMH signaleert dat het ‘huidige stelsel onhoudbaar is’, maar tegelijk vaststelt dat er geen ander stelsel is dat wel oplossingen biedt (ergo de keuze voor doelmatigheid?).
Inhoudelijke analyses en concrete data zijn er wel, maar versnipperd over ministeries, onderzoeksbureaus en adviesraden. Daarnaast worden politieke keuzes gemaakt op basis van wat het meest opportune, lees: de korte termijn, in plaats van rekening te houden met goede analyses en handreikingen voor de langere termijn. Het is echte raadzaam de is de adviezen van raden en planbureaus zoals de RVS of het SCP ter harte te nemen.(3)
Wat is mogelijk?
Welke perspectieven lonken? Rekening houdend met de drivers zou het volgende kunnen:
- Met minder is meer mogelijk wanneer we werken vanuit kwaliteit. Het veld van de zorg is creatief en innovatief. Dat bleek bij elke bezuiniging en nog meer tijdens de huidige crisis. En zeker: onder druk wordt alles vloeibaar. Evenwel: de motivatie om met minder meer mogelijk te maken kan juist en beter vanuit en met de zorg zelf! Inhoudelijke drivers bepalen de kwaliteit van de zorg. Dit krijgt een meerwaarde wanneer een kwaliteitsverbetering automatisch resulteert in een financieel betere uitkomst. Een mooi voorbeeld is het kwaliteitskader dat bij de VGN ontwikkeld is: een focus op de inhoud met een – ook al is het bescheiden – daling van administratieve lasten.
En juist nu is er technologie om kwalitatief meer te doen met minder kosten. ‘In de virtuele wereld zijn we buren’, aldus Robert Dijkgraaf.(4)
- Verbindt in plaats van vertrouw. Leg concreet verbindingen tussen cure, care, sociaal domein en welzijn met onderwijs en arbeidsmarkt. Deze maatschappelijke ‘silo’s’ werken teveel langs elkaar heen en kunnen veel van elkaar leren. Dat kan in kleine experimenten, pragmatisch ingestoken en op lokaal niveau – iets dat op bescheiden schaal ook gebeurt. Meestal wordt dat afgeremd door anorganische systemen van bekostiging en organisatiegrenzen. Er zijn wel succesvolle ervaringen, zoals gebeurd bij het initiatief van ‘zorgeloos.care’ of aan de zorgtafels van ‘Koplopers in de Zorg’. Inzet: de zorg kan menselijker, eenvoudiger en goedkoper.
- De-institutionaliseer. We hebben lang de zorg van ons af georganiseerd. Daarmee was de verantwoordelijkheid ‘belegd’. Maar de zorg is van ons allemaal. In het midden van de 20e eeuw hadden de gezamenlijke kruisverenigingen een leus: “Voor Allen, Door Allen”. Zorg is alledaags en dichtbij en we zouden kunnen beginnen om niet meer institutioneel te denken, maar verbindend met wat hier en nu voor iemand nodig is. Uiteraard raakt dit aan bestaande organisaties: durven zij zichzelf overbodig te maken?
- Versterk de mentale kracht van mensen. We horen een beroep op ‘samenredzaam’ in plaats van zelfredzaam. Dat is voor mij nog onvoldoende scherp. Het moet gaan om een stevige balans in wat mogelijk is, zowel individueel als collectief. De capability-benadering van Nussbaum en Senn biedt aanknopingspunten, of De Argumentenfabriek met het agenderen van mentale ontwikkeling van de samenleving.(5)
- Wetenschappelijk onderzoek naar vernieuwende organisatie van zorg in de samenleving. Er wordt niet zelden verwezen naar vernieuwende Scandinavische modellen en het (bescheiden) onderzoek daarnaar. Maar Nederland is Zweden niet, en dus? Onderzoek de impact van de cultuur waarin vernieuwing plaatsvindt. En onderzoek onze eigen veranderingsprocessen: gaandeweg kunnen we leren van wat goed en fout gaat.
Zo kunnen we leren van veranderingen die bijdragen aan een kwalitatief gezonder leven, een betere maatschappelijk verankerde organisatievorm of een zinvoller ervaren leven. Dat lijken me andere parameters dan macro-economische cijfers zoals het BNP. De OECD heeft hiertoe vorig jaar een stevige oproep gedaan: realiseer een economy of well-being.(6)
Dit artikel is ook terug te vinden in ons dossiers Coronavirus.
(2) ‘Ontwikkelingen uitkomstgerichte zorg 2018-2022’, juli, 2019, VWS
(3) Vgl het recente rapport SCP ‘Zicht op de samenleving in coronatijd’, 18 mei 2020. www.scp.nl
|
Nu de eerste coronagolf enigszins onder controle lijkt, is het van belang dat ook onze mentale gezondheid de aandacht krijgt die ze verdient, stelt de Denktank Mentale Vooruitgang. Daarvoor is een brede beweging van denkers en doeners nodig.
De VK gaf ruimte voor een opinie-artikel, 16-05-2020, waarin we samen met tal van betrokkenen een oproep doen
https://www.volkskrant.nl/es-b8d0b6cc
Laten we ook in Nederland samen werk maken van de gestructureerde en systematische bevordering van de mentale gezondheid van onze maatschappij. Met onderzoekers die weten hoe je in gemeenschappen, organisaties en samenleving het ‘wij’ kunt onderhouden. Met experts die oog hebben voor de juiste balans tussen de mentale kracht van mensen en de uitdagingen die ze krijgen voorgeschoteld. En met doeners die weten hoe je een samenleving mentaal krachtig maakt en houdt.
Dan kunnen we voorspoediger herstellen van de crisis. Dan kunnen we een optimistische cultuur van vertrouwen bouwen. Dan kweken we maatschappijbreed een stevige ‘groeimentaliteit’ waarin leren en proberen vanzelfsprekend zijn. En dan is ‘the Dutch mindset’ straks misschien wel net zo’n belangrijk exportproduct als chipmachines, tulpen en kaas.
Namens de Denktank Mentale Vooruitgang,
Dora Horjus, AON; Joep de Groot, CZ; Guy van Liemt, Ehero Erasmus Universiteit; Sabien Raams, Dimence; Jacobine Geel, GGZ Nederland; Christa Compas, Humanistisch Verbond; Nico van Meeteren, Universiteit Maastricht; Jan Berndsen, Lister; Hayde Zarkeshan, Maatschappelijke Alliantie; Hans de Veen, NIP; Pieter Hilhorst, RV&S; Jac de Bruijn, Koplopers in de zorg; Maarten Fischer, Noaber Foundation; Jeroen Boelhouwer, SCP; Marloes van der Klauw, TNO; Bert van der Hoek, Trimbos; Kees Vendrik, Triodos Bank; Floortje Scheepers, UMCU; Nathalie de Jager, Zilveren Kruis; Joep Verbugt, GGzE; Simone Halink, De Argumentenfabriek;Kees Kraaijeveld, De Argumentenfabriek (Allen op persoonlijke titel)
De Denktank is een initiatief van De Argumentenfabriek
Corona-OverbruggingsLening helpt Mentech door validatietraject
Het systeem van Mentech bestaat uit wearables met ingebouwde elektronica en sensoren om fysiologische gegevens zoals hartslag, huidgeleiding, huidtemperatuur en acceleratie te meten. Daaraan gekoppeld is een data-analyseplatform om deze metingen te vertalen naar stressniveaus en andere emoties. Dat gebeurt via slimme algoritmes en patroonherkenning. De eerste versie van het systeem is ontworpen voor het herkennen van stressopbouw bij mensen met onbegrepen gedrag, zoals mensen met een ernstige verstandelijke beperking of dementie.
Wearables voor mensen met onbegrepen gedrag
Begin dit jaar was Mentech zover dat op tien verschillende plekken validatiestudies konden worden opgestart. “Je moet dan denken aan zorgpartners die mensen met een verstandelijke beperking of dementie ondersteunen”, licht CEO en oprichter Erwin Meinders toe. “En deze zorginstellingen zijn nu dicht.” Dat betekende dat met name de data-acquisitie van het validatietraject van Mentech stil kwam te liggen. “Contact met mensen is essentieel voor de ontwikkeling van ons product en omdat dat nu tijdelijk niet mogelijk is, lopen we een flinke vertraging op in de validatie van ons product.”
Mentech heeft twintig mensen in dienst, die zich voornamelijk richten op het ontwikkelen van modellen die getraind worden met de data afkomstig uit de emotie- en stressmetingen. Deze metingen vinden in testlabs met wilsbekwame proefpersonen plaats. De proefpersonen moeten daarbij ook hun eigen emoties omschrijven. Dat levert referentiedata op waarmee de modellen ontwikkeld en getraind worden.
Als de modellen voldoende ‘getraind’ zijn, kunnen ze getoetst worden in de praktijk: bij die zorginstellingen dus. Op die manier ontstaat na de validatiefase een systeem dat rechtstreeks en real-time de emoties en spanningen kan meten bij mensen die zelf niet in staat zijn deze te benoemen of te omschrijven. “Die zorginstellingen zijn dus essentieel voor de validatie van de HUME, want in deze praktijkomgeving worden onbegrepen gedrag en escalaties aan den lijve ondervonden. Hier kunnen we ons systeem perfect toetsen.”
“Dankzij dit overbruggingskrediet van de BOM kunnen we de stap naar validatie zetten. Daarmee kunnen we laten zien dat dit een product is dat op den duur veel kwetsbare mensen gelukkiger kan gaan maken.”
Milestones halen
Niet alle activiteiten van Mentech zijn stilgevallen, maar de validatiestudies hebben minimaal een paar maanden vertraging opgelopen. En dat is nog niet alles, zegt Meinders. “Omdat alles met elkaar verknoopt zit, betekent dit dat ook de model-ontwikkeling vertraging oploopt. De datastroom die essentieel is om onze modellen verder te ontwikkelen en trainen ligt immers stil.”
Een deel van de oplossing heeft Meinders gevonden in het op afstand verzamelen van de data. Dat betekent dat het zorgpersoneel sommige uitvoerende taken van de Mentech-medewerkers heeft overgenomen. “Dat is dus een extra belasting voor het zorgpersoneel en aan beide kanten vergt dit de nodige aanpassingen. En hoe groot ook de bereidheid is om daaraan mee te werken, het kost sowieso extra tijd.”
Dit alles zorgde ervoor dat de milestones die Mentech met de financiers had afgesproken in het gedrang kwamen. “En iedere startup weet dat je die milestones moet halen om vervolgfinanciering te verkrijgen. De verwachte drie tot zes maanden vertraging kunnen we met dit overbruggingskrediet opvangen.”
Het grote netwerk van de BOM
Meinders maakt zich geen zorgen over de impact van Corona op de uiteindelijke waarde van zijn product. “Wij ontwikkelen een belangrijke “early-warning”-oplossing voor de zorg en ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking of dementie. Dat is relevant voor de hele sector. Alleen worden nu, door de coronacrisis, de prioriteiten logischerwijs even anders gelegd. Dat betekent dat ons plan om op te schalen van tien naar vijftien partners in het geding komt. Met deze overbrugging gaan we daar straks toch in slagen.”
De COL-kredietaanvraag zelf verliep soepel, zegt Meinders. “Je moet wel een goed verhaal hebben. Dat betekent: een businessplan dat klopt, je financiën op orde, een heldere rolling forecast en een technisch plan dat vertrouwen wekt. Maar omdat wij als startup telkens met investeerders in gesprek zijn, hadden we dat allemaal haarfijn uitgewerkt. De aanvraagprocedure zelf was verder goed aangekondigd en opgezet, dus voor ons werkte dat prima zo. Normaal gesproken duren dit soort procedures al gauw een half jaar, dus dit gaat allemaal extreem soepel: binnen twee weken hadden we alle documenten binnen. Natuurlijk hielp het dat de BOM ons al kende van het al lopende partnership met het Brabant Startup Fonds en het investor readiness programma waaraan we vorig jaar meededen. Maar meest essentieel is en blijft het grote netwerk dat de BOM ons heeft geboden: de juiste mensen leren kennen, ze ook daadwerkelijk weten te vinden, die betrokkenheid, dat spreekt enorm voor de BOM. Daarmee past dit overbruggingskrediet in een groter geheel.”
Passie voor een kwetsbare groep
Het gaat Meinders bij de kredietaanvraag op de eerste plaats om de zorg voor een groep mensen die met de oplossingen van Mentech echt geholpen zijn. “Iedereen die bij ons werkt heeft passie voor die kwetsbare doelgroep. Wij ontwikkelen een systeem voor mensen die geen stem hebben, die zelf niet in staat zijn om zich te uiten. In een situatie als nu, in een complete lockdown voor zorginstellingen, is hun sociaal isolement alleen nog maar groter. Daardoor neemt het probleemgedrag ook toe. Ik ben dan ook zeer content dat we dankzij dit overbruggingskrediet de stap naar validatie kunnen zetten. Daarmee kunnen we laten zien dat dit een product is dat op den duur veel kwetsbare mensen gelukkiger kan gaan maken.”