Column op Skipr https://www.skipr.nl/blog/reele-oplossing-voor-de-gespecialiseerde-jeugdzorg/
Op 20 maart verscheen de brief van de ministers Hugo de Jonge en Sander Dekker over de beoogde regionalisering van de gespecialiseerde jeugdzorg. In de keuzes voor oplossingen dreigt een tekort aan expertise en ontbrekend duurzaam perspectief.
De brief is omvangrijk en programmatisch opgebouwd. De Jonge en Dekker geven aan wat tenminste nodig is om de knelpunten structureel aan te pakken. Er wordt gestuurd op borging van kernprocessen als transitie en kwaliteit in de jeugdzorg, iets dat in alle gevallen zinnig is voor continuïteit. Goed dat de positieve elementen van de transitie benoemd worden, maar de negatieve effecten bepalen de dagelijkse praktijk en de noodzaak van de maatregelen. De brief gaat in op organisatorische voorwaarden om tot verbetering te komen. De vraag die rijst tijdens het lezen is wat dan verbeterd wordt?! Knelpuntenanalyse en data ontbreken.
De regionalisering speelt al langer, alleen zal er nu gericht op gestuurd worden, inclusief de verantwoordingsstructuur (interventieladder). Er waren gelukkig al goede praktijkvoorbeelden waar De Jonge en Dekker terecht enthousiast naar verwijzen. Opmerkelijk is dat de ministers twee scenario’s van sturingsprocessen benoemen (zonder keuze): lokaal in verbinding met een regionale sturing, dan wel lokaal/regionaal in verbinding met landelijke sturing. Dat vraagt nog om uitwerking.
Een paar opmerkingen bij de brief:
In de transitie is naar mijn idee expertise-verlies ontstaan. Inhoudelijk is de jeugdzorg versnipperd geraakt, de kennis verloren en de specialisten op zichzelf aangewezen. De opgebouwde kennis en know how, de vaak krachtige tact knowledge, maar ook wetenschappelijk onderzoek naar evidence based interventies, verdween naar de achtergrond. Regionalisering betekent dus opnieuw de verbinding maken op wetenschappelijke- en ervaringskennis en vakmanschap. Daar besteed de brief amper aandacht aan. Dat is echter te meer van belang in het grote grijze gebied ‘tussen uit en thuis’, waar opname voorkomen kan worden!
Onhelder is simpelweg om welke kengetallen we het hebben. Om hoeveel jeugdigen gaat het, lokaal, regionaal, landelijk? Welke type vraagstellingen liggen er achter schuil? Waar ligt de financiële druk? Data-sturing zou helpend kunnen zijn, maar concrete gegevens zijn in de brief niet opgenomen. Temeer omdat we meer zicht willen hebben op op- en afschaalmogelijkheden.
De ministers roepen op tot delen in een ‘lerende praktijk’. Wat dit concreet betekent en vraagt van professionals, organisaties en met name HR, blijft geheel vrijblijvend. De noodzakelijke reflectie die het werken in de hulpverlening vraagt, staat constant onder druk. Intervisie en supervisie zijn niet vanzelfsprekend en kosten geld! De oproep vanuit de werksessies, speciaal voor deze beleidsbrief georganiseerd, om aan de professionals meer dan gemiddeld aandacht te besteden, komt in deze brief absoluut niet tot zijn recht (vgl. Verslag 24-uurs werkconferentie ‘Perspectief voor de Jeugd’, 10/ 11 februari 2020).
We dienen altijd te kijken naar het effect van ons handelen. En soms wordt ons een spiegel voorgehouden door de jongeren zelf. Ze geven zelf een beeld van wat werkt of wat niet. Ervaringsdeskundigen hebben daarbij een meerwaarde in de onderkenning van keuzes die we maken. Zij laten zich horen, zoals ‘Rinkelende alarmbellen in de jeugdzorg’ (Annemiek Harder, 2020). En duidelijk is dat de huidige aanpak niet werkt voor hen. De brief biedt geen inhoudelijk kader om hier antwoorden op te vinden.
De brief laat ook teveel ruimte, of anders gezegd: gaat niet in op de noodzakelijke samenwerkingsverbanden tussen zorgdomeinen. Iets waar Jeugdzorg Nederland, GGZ NL, VGN en VOBC nadrukkelijk voor pleitten in hun rapportage ‘Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg’(2016). Dat is alleen al te bedenken voor de grote groep LVB/zwakbegaafdheid (1,1 miljoen, vgl IBO-LVB, 2019). Overigens ontbreekt ook de erkenning van wat werkt in die samenwerking, iets dat goed onderzocht en verwoord is in ‘De sterkste schakel. Wat werkt in de samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg, wijkteams en onderwijs’ door NJi, Ned. Centr. Jeugdgezondheidszorg en Verweij-Jonker Instituur (2019).
Door op het huidige systeem voort te bouwen lopen we ook een risico. We zijn niet sterk in het leren van het verleden – noch doen we daar gericht onderzoek naar. Dit risico wordt nog eens sterk benoemd door Thomas Gielissen, ‘Alleen fundamentele keuzes kunnen jeugdzorg uit de brand helpen’ (2019, socialevraagstukken.nl), ofwel: jeugdzorg is geen eiland.
Ongeveer de helft van wat in de voorbereidende werksessies is opgehaald, is niet meegenomen in de brief. Ik vermoed dat het daarbij vooral om inhoudelijke voorwaarden en motieven ging. Naar mijn idee schiet de brief juist daarin tekort, ondanks de goede inzet om tot verbeteringen te komen. Zo komt het gevaar van korte termijn denken en doen weer vol in beeld. Dat is niet nodig. Wat er staat is wellicht haalbaar, maar door de inhoudelijke tekorten niet duurzaam.
Door de Coronacrisis zijn we gedwongen om de geplande Zorgtafels uit te stellen tot een nader tijdstip.
Van uitstel komt echter geen afstel! We gaan gewoon aan de slag met de online variant van de Zorgtafels. Dat waren we toch al van plan. Met deze online Zorgtafels zullen we dezelfde agenda gaan afwerken als we eerder van plan waren met de fysieke Zorgtafels.
Het doel voor het komende half jaar is per sector de belangrijkste thema’s te bepalen, aan te geven wat we willen bereiken op deze thema’s en een eerste schetsontwerp te maken hoe we een en ander zouden kunnen bereiken, c.q. hoe we dat moeten organiseren. We gaan deze schetsontwerpen verder uitwerken in organisatieconcepten. Een ieder kan cases, ideeën en ervaringen inbrengen, zodat we een zo breed mogelijke benadering krijgen.
In de nabije toekomst zullen deze Zorgtafels de kennis- en innovatieplatforms van de verschillende sectoren worden met als doel elkaar te inspireren en van elkaar te leren. De volgende online Zorgtafels gaan van start:
- zorgtafel Kwetsbare groepen
- zorgtafel Ouderen
- zorgtafel GGZ
- zorgtafel Jeugd
- zorgtafel Eerstelijn
- zorgtafel Ziekenhuiszorg
- zorgtafel Management, organisatie & medewerkers.
Naast online is het de bedoeling elkaar geregeld in een klassieke setting te treffen.
De Zorgtafels staan voor iedereen open: bestuurders, patiënten/cliënten, medewerkers, stakeholders et cetera. Dus mocht u ideeën hebben over de toekomst van de zorg en zoekt u een podium om deze over het voetlicht te brengen, dan bieden de Zorgtafels u daar alle ruimte voor.
Wilt u meedoen aan een van deze online zorgtafels, neem dan contact op met het secretariaat: secretariaat@koplopersindezorg.nl
Nu meer dan ooit blijkt hoe ‘we’ het doen.
Vanuit de Argumentenfabriek http://www.deargumentenfabriek.nl worden ervaringen, kennis en visie gedeeld om tot een beeld en praktijk te komen van een mentaal krachtige samenleving.
Inmiddels met een brede vertegenwoordiging een tweede denktankmoment! Verslag zie:
Daar vind je trouwens ook de links naar eerdere artikelen.
De medische zorg wordt op haar grenzen getoetst en blijkt om praktische redenen vast te lopen: tests en mondkapjes mensen! Een familielid van Ilja Pfeifer in Italië is ze zelf aan het naaien.
Aangrijpende persoonlijke verhalen vinden hun weg in de wereld om ons heen en gaan viraal. De maatregelen die begrijpelijk zijn, hebben dramatische gevolgen voor huwelijken, geboorten, begrafenissen, besmettingen die mensen uit elkaar trekken door verplichte isolatie en sociale distantie.
Intussen wordt de zorg aan ouderen en met een beperking, ongeacht welke, dapper uitgevoerd, krijgt de hulp aan onze jeugd tastend vorm dankzij betrokken hulpverleners en lukt het de GGZ om behandelingen door te laten gaan en het hoognodige niet na te laten.
En dan valt de economie stil – de impact van corona is meer dan sociale distantie, het raakt aan de levensvoorwaarden: inkomsten worden per direct gemist en banen verloren. De impact is ontwrichtend. “Hamster niet!”, maar het is al niet meer tegen te houden, aldus een buur: ‘Ja, tis goed, dan denk ik toch eerst aan mijn eigen’.
En ongemerkt ging intussen ergens een knop op aan. Al eerder dan de toespraak van de minister-president.
Onverwacht, spontaan, melden zich oud-verpleegkundigen, zij die even geen les meer konden geven, of nu juist wat wilden betekenen, niet een handjevol, maar honderden! De ziekenzorg zit in de nieren.
In de buurtapp verschijnen oproepen iet te kunnen doen: boodschappen (normaal graag!), oppas voor de kinderen als er niet thuis gewerkt kan worden, klusjes oppakken die nu dreigen vast te lopen, de hond uitlaten, even extra aandacht voor iemand.
In sociale streams worden ongekende voorbeelden gedeeld waarin mensen elkaar persoonlijk de moed inspreken, troosten en vooral: met enorm veel humor een steuntje in de rug geven.
En overal komen initiatieven van de grond om ‘er iets’ van te maken. Zo start een ‘mondkapjes-atelier’ draaiend op vrijwilligers, of worden door een idee van gevangenen gemaakt, worden bloemen niet in de shredder gegooid maar weggegeven, of komen campagnes in de vorm van ‘kan ik iets voor je doen’ landelijk in beeld. Op facebook ontstaan regionaal groepen voor corona-hulp.
Social distance heeft in tal van situaties een opmerkelijke vorm van sociale nabijheid tot gevolg. En ook goed gedrag is besmettelijk, aldus Bregman.
Er is een knop op aan gegaan, een onbewust besef dat we het niet in ons eentje redden – dat ook ik zelf afhankelijk ben van een mens die zonder voorwaarden bereid is iets voor mij te doen. Er is een onbegrijpelijk begrip ontstaan voor een ander die kwetsbaar is, die misschien iets nodig heeft, of voor wie corona diep ingrijpt in het leven.
Deze knop moet aan blijven, een hele tijd en vooral langer dan we denken. We zijn pas begonnen!
Jac de Bruijn